Je beste vriend of vriendin komt op bezoek!
Opdracht 1
Ga naar deze site en maak de oefeningen 1 tot en met 5. Ga door tot je alles zonder fouten doet.
Opdracht 2 Maak een filmpje van je zelf waarin je onderstaande woorden en zinnen uitspreekt: Let op: Dit filmpje moet je goed bewaren tot het einde van het schooljaar. Sla het dus niet alleen op op je harde schijf maar ook op een USB-stick of in de Cloud (Dropbox, bijvoorbeeld).
Mein bester Freund heißt Martin.
Wie heißt deine beste Freundin?
Meine beste Freundin heißt Petra.
Ga naar deze site en maak de oefeningen 1 tot en met 5. Ga door tot je alles zonder fouten doet.
Opdracht 2 Maak een filmpje van je zelf waarin je onderstaande woorden en zinnen uitspreekt: Let op: Dit filmpje moet je goed bewaren tot het einde van het schooljaar. Sla het dus niet alleen op op je harde schijf maar ook op een USB-stick of in de Cloud (Dropbox, bijvoorbeeld).
a. Mein bester Freund heißt ...
Wie heißt dein bester Freund?Mein bester Freund heißt Martin.
Wie heißt deine beste Freundin?
Meine beste Freundin heißt Petra.
b. Heute
Wann kommt deine beste Freundin?
Wann kommt dein bester Freund?
Sie kommt später.
Er kommt morgen.
Sie kommt heute.
Er kommt heute Abend.
c. Wann ...?
Wann kommt deine beste Freundin?Meine beste Freundin kommt später.
Wann kommt dein bester Freund?
Mein bester Freund kommt morgen.
Wann kommt deine beste Freundin?
Sie kommt heute.
Wann kommt dein bester Freund?
Er kommt heute Abend.
Opdracht 3 Om goed te leren hoe je de woorden schrijft, kun je ze het best een paar keer opschrijven op een blaadje. Doe dit minstens twee keer met oefening 2b en 2c. Dit blaadje hoef je niet te bewaren.